'Ik ben geboren in Meteren. Ik werkte vanaf mijn vijftiende bij een meubelbedrijfje in de Betuwe. Mijn leven lang heb ik gezaagd, geschuurd, gefreesd. We hebben mooie dingen gemaakt. Meubels die ze nu niet meer in de fabriek maken. Maar het bedrijf van mijn baas ging failliet.
Lezen en schrijven vond ik lastig
Op een dag kwam mijn baas naar me toe, toen ik net bezig was met een grote eettafel. “Kees,” zei hij, “ik moet je wat vertellen. Ga eerst eens even zitten.” En toen vertelde hij dat het bedrijf failliet was gegaan en dat er ook geen hoop meer was voor een nieuwe start. Het was een grote klap voor mij. Ik kon het niet geloven. Ik had opeens geen werk meer. Wat moest ik nu? Ik was op school nooit een ster geweest in leren. Ik vond lezen lastig en schrijven ook.
Dat leer ik van z'n leven niet
Ik was nog geen zestig jaar dus kon ook niet van mijn rust gaan genieten. Ik heb toen hulp gekregen van een speciaal bureautje. Zij helpen mensen om weer te gaan zoeken naar werk en met solliciteren. Ik ben goed met mijn handen, maar ik had geen geld voor een eigen bedrijf. Ik houd ook niet van dingen regelen. Die vrouw van dat bureau zei dat ik misschien bij een ander houtbedrijf of bij een grotere meubelfabriek aan de slag zou kunnen gaan. Maar dan moest ik wel beter leren lezen en bovendien moest ik leren met de computer om te gaan. In elk bedrijf gebruiken ze tegenwoordig computers. En als je solliciteert kan je niet meer langs lopen, maar je moet dan een formulier invullen via de computer. Ik schrok toen ze dat zei. Ik dacht: Dat leer ik van z’n leven niet. Maar toen hebben we contact gezocht met het Digi-Taalhuis in De Pluk. Daar kreeg ik eerst een gesprek. En ze legden me uit dat ik niet in een grote klas zou komen te zitten, maar gewoon door een aardige vrijwilliger geholpen zou worden.